Groepen aminozuren

Er bestaan 3 groepen aminozuren. Deze zijn niet-essentiële, essentiële en semi-essentiële aminozuren.

Niet essentiële aminozuren:
Dit zijn de aminozuren die het lichaam zelf kan aanmaken. Deze worden de niet-essentiële aminozuren genoemd.

Niet-essentiële aminozuren zijn:
arginine, asparagine, asparaginezuur, cysteïne, cystine, glutamine, glutaminezuur, glycine, hydroxyproline, proline, serine en tyrosine.

Essentiële aminozuren:
Dit zijn aminozuren die uit het eten gehaald moeten worden. Het lichaam kan deze niet zelf aanmaken.

Onder essentiële aminozuren vallen:
fenylalanine, histidine, isoleucine, leucine, lysine, methiodine, threonine, tryptofaan en valine.

Meer uitleg over de afzonderlijke Essentiële aminozuren treft u op de beginpagina.

Semi-essentiële aminozuren:
Bij zes niet-essentiële aminozuren kan het gebeuren dat de productie in het lichaam te weinig is waardoor een extra inname, bijvoorbeeld via de voeding, noodzakelijk is.

Deze zogenoemde ‘semi-essentiële aminozuren’ zijn:
arginine, asparagine, glutamine, glycine, proline en serine.

aminozuren